Kafjesbruin (Septoria nodorum)

Herkenning
Septoria nodorum is een van de afrijpingsziektes. Afrijpingsziekte is een verzamelnaam van alle ziektes, die tijdens bloei en afrijping op het gewas voor kunnen komen. De schimmel is herkenbaar aan bladvlekken, die echter veel op de bladvlekken van Septoria trititci lijken. Meestal kan men bij Septoria tritici wel bruine vruchtlichaampjes als puntjes herkennen, bij kafjesbruin is dit niet het geval. In de aar geeft de ziekte de kenmerkende bruine verkleuring waar de ziekte zijn naam aan te danken heeft.

Levenswijze
De ziekte blijft over op gewasresten en op opslagplanten. Vanuit deze infectiebronnen worden gezonde gewassen besmet. Het hele jaar door vormt de schimmel vruchtlichamen, die massaal sporen vormen. In tegenstelling tot Septoria tritici zijn deze vruchtlichamen moeilijk met het blote oog waar te nemen. De schimmel trekt net als meeldauw in de plant omhoog en tast uiteindelijk ook de aar aan. Infectie geschiedt door contact van planten met elkaar, door opspattend regenwater en ook door de wind.

Septoria kafjesbruin kan in een vochtig jaar als afrijpingsziekte veel schade aanrichten. In de aar begint de ziekte meestal met verbruinen van de kafjes aan de top, later worden alle kafjes van de aar aangetast. Aantasting van de aar heeft een slechte korrelvulling en lage duizendkorrelgewicht tot gevolg.

Maatregelen
Bedrijfshygiëne
Zorgvuldig onderwerken van gewasresten vermindert de ziektedruk.

Raskeuze
De Rassenlijst geeft informatie over de gevoeligheid van de verschillende rassen ten aanzien van kafjesbruin.

Chemische bestrijding
Kafjesbruin kan chemische bestreden worden. Dat kan indien het blad vanaf F7 met bladvlekken bezet is. Het wordt ook meegenomen met de bestrijding van afrijpingsziekte zodra alle aren uitgekomen zijn.

(Bron: http://databank.groenkennisnet.nl/granen.htm)